Bonje in het Bonshotel

‘Waar zit die jongen toch?’ De ouders van Ties worden er soms wanhopig van. Ties weet zich goed te vertsoppen in het hotel waar hij woont. Er zijn zoveel goede plekken: de afwaskeuken, het toneelzaaltje of een van de twaalf wc’s. Zijn ouders zijn altijd druk, maar dat geeft niet want Ties heeft zijn vrienden. Zoals Rudolf, de kelner die hem leert goochelen, mevrouw Beers van de afwaskeuken en natuurlijk haar dochter Mitsie. Als mevrouw Beers van diefstel beschuldigd wordt, gelooft Ties daar niets van. Hij gaat op zoek naar de echte dader!